Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Daarom zegt de Heere HEERE alzo: Ziet, Ik [62][wil] aan Farao, den koning van Egypte, en zal zijn armen verbreken, [beide] den [63]sterken en den verbrokenen; en Ik zal het zwaard uit zijn hand doen vallen. 62. Zie boven hfdst.29 vs.3. 63. Dat is, al zijne macht, zo die hij nog overig heeft, als die alreeds vervallen is.